Na het ontbijt (we kozen beiden voor scrambled eggs) hadden we de hele dag voor onszelf. Het is zowaar droog en vanuit het raam van onze kamer kunnen we het kapelletje zien dat bovenop de Croagh Patrick staat. Gisteren was het kapelletje niet te zien omdat de top omgeven was door wolken.
Eerst zijn we teruggereden naar het parkeerterrein van de Croagh Patrick. Op de gedetailleerde kaart die ik had gekocht hadden we gezien dat er vlakbij het parkeerterrein drie standing stones moesten staan. Hoewel ik al een aantal keren in Ierland ben geweest was het me nog niet gelukt om een standing stone te vinden. De Ieren zelf interesseert het niet veel, dus ook met hulp van 'locals' was het vinden van deze eeuwenoude stenen niet gemakkelijk.
Tegenover het parkeerterrein van de Croagh Patrick staat een monument ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers van de hongersnood die Ierland trof tussen 1845 en 1850.
Door een plantenziekte mislukte de aardappeloogst vele jaren achter elkaar. Er was genoeg ander voedsel maar dat werd door de Engelsen ge-exporteerd voor hun eigen winst. Gevolg was dat er meer dan een miljoen Ieren de hongerdood stierven. Zelfs nu nog zijn er veel Ieren die daarom weinig ophebben met de Engelsen.
Natuurlijk was er op een paar honderd meter van het monument de restanten van een oud klooster te zien (Ierland is zooooo mooi!). Ik besloot het toch nog eens te proberen: er liep een man rond bij het kerkhof van het klooster en ik vroeg hem of hij de locatie wist van de standing stones. Hij bestudeerde eerst aandachtig de kaart die we hadden en zei toen, met een weids gebaar naar de basaltblokken die overal lagen aan de rand van het meer "But ther' stones lyin all around here, lov...". Oké, bedankt, we zoeken wel verder :)~
In een weiland langs de weg zag Líon ze staan: standing stones!! Op verboden terrein wel, maar ik zou me niet laten weerhouden door een hek, nu we eindelijk standing stones hadden gevonden. En in Ierland doen ze heus niet zo moeilijk als je een stukje op privéterrein loopt.
Natuurlijk foto's gemaakt en de stenen aangeraakt. Voor velen zijn het maar gewone stenen, voor mij was dit heel bijzonder.
Het was mooi weer, de zon scheen zelfs af en toe. We besloten om naar het strand te gaan en te kijken hoe een Iers strand er uitziet. Het zandstrand (Ierland heeft er niet zoveel) was bezaaid met grotere en kleinere kiezelstenen, niet echt lekker om je handdoekje op uit te spreiden. We hebben een uurtje langs de zee gelopen en mooie schelpen verzameld.
Daarna de kaart nog eens goed bestudeerd en..... op een paar kilometer afstand van waar wij stonden..... een hele rij standing stones bij het dorpje Askillaun!!
We parkeerden de auto vlakbij de vermeende vindplaats en gingen op zoek. Juist toen we op de kaart stonden te kijken waar die stenenrij zich nou precies moest bevinden sprak een man ons aan. Hoewel ik me had voorgenomen nooit meer aan een 'local' naar standing stones te vragen besloot ik het er toch nog eens op te wagen. En ja: de man wist precies welke stenen we bedoelden en waar ze staan. "Maar..." zo zei hij samenzweerderig, "... er is iets met die stenen, loop maar even mee naar mijn huis, dan leg ik het uit." Líon had zoiets van 'ja, duhu...' maar ik dacht: dit is Ierland, hier kun je zoiets gewoon doen!
We volgden de man naar zijn huis. Het viel me meteen op dat er een bakje buiten stond met kattenbrokjes er in. Mensen die van katten houden, kunnen nooit slechte mensen zijn!
De voorkant van het huis was een enorme bouwval, maar de achterkant bleek verrassend nieuw te zijn, met een werkelijk enorme woonkeuken. De man stelde zichzelf voor als Sean. Zo heet ook de man die enige jaren geleden mijn interesse wekte voor de Ierse taal. Sean en zijn vrouw legden uit dat het gerucht ging in het dorp dat de standing stones ooit kriskras in het weiland hadden gestaan maar dat ze door dorpelingen naar de zijkant van het weiland waren verplaatst om meer ruimte te maken in het weiland. Daardoor stonden ze nu op een rijtje. Bewijs hiervoor was er echter niet. Sean en zijn vrouw stonden op het punt om naar de pub te gaan om naar een wedstrijd Gaelic Football te gaan kijken tussen Kerry (Ciarraí) en Dublin (Baile Átha Cliath). Zijn vrouw vertelde dat Sean vandaag jarig was. Het was 3 augustus: de geboortedag van mijn moeder. Nee, toeval bestaat niet.
We kregen koffie (oploskoffie, omdat ze eigenlijk geen tijd hadden en op het punt stonden om naar de pub te gaan) en een rondleiding door het huis. Ieren zijn zoooooo aardig.
Op aanwijzing van Sean en zijn vrouw hadden we de stones row snel gevonden. Ook deze stenen stonden op privéterrein en dit hek was moeilijker om overheen te klimmen.
Na de stones row zijn we doorgereden naar de parkeerplaats van de veerboot naar Clare Island (Cliara).
Het was intussen weer beginnen te regenen dus hebben we in de auto zitten lunchen.
We besloten naar Westport (Cathair na Mart) te rijden om daar even rond te kijken. We reden verkeerd en belandden op een weggetje dat amper breder was dan de auto en alsmaar smaller werd. Op het laatst moest de auto zich een weg banen tussen de struiken die aan weerszijden van de weg groeiden. In het midden van de weg was een strook gras omdat daar eenvoudig weg nooit gereden kon worden. Langzaam vervolgden we onze weg totdat.... deze doodliep. Gelukkig was er net genoeg ruimte om te keren. Op naar Westport.
Westport is een grappig plaatsje. Bij de Tourist Information hebben we wat kaarten van het gebied gekocht. Ook heb ik daar een canvas schoudertas van het merk Guinness gekocht. We zijn begonnen aan de stadswandeling, maar al snel waren we verkeerd gelopen. Het regende nog steeds en het was niet zulk lekker wandelweer. Toch wel veel gezien.
Tegen de avond teruggereden naar Murrisk, waar we opnieuw in The Tavern ons laatste avondmaal in Ierland hebben gegeten en (uiteraard) een biertje hebben gedronken. Morgen moeten we alweer terug, snik....
Natuurlijk was er op een paar honderd meter van het monument de restanten van een oud klooster te zien (Ierland is zooooo mooi!). Ik besloot het toch nog eens te proberen: er liep een man rond bij het kerkhof van het klooster en ik vroeg hem of hij de locatie wist van de standing stones. Hij bestudeerde eerst aandachtig de kaart die we hadden en zei toen, met een weids gebaar naar de basaltblokken die overal lagen aan de rand van het meer "But ther' stones lyin all around here, lov...". Oké, bedankt, we zoeken wel verder :)~
In een weiland langs de weg zag Líon ze staan: standing stones!! Op verboden terrein wel, maar ik zou me niet laten weerhouden door een hek, nu we eindelijk standing stones hadden gevonden. En in Ierland doen ze heus niet zo moeilijk als je een stukje op privéterrein loopt.
Natuurlijk foto's gemaakt en de stenen aangeraakt. Voor velen zijn het maar gewone stenen, voor mij was dit heel bijzonder.
Het was mooi weer, de zon scheen zelfs af en toe. We besloten om naar het strand te gaan en te kijken hoe een Iers strand er uitziet. Het zandstrand (Ierland heeft er niet zoveel) was bezaaid met grotere en kleinere kiezelstenen, niet echt lekker om je handdoekje op uit te spreiden. We hebben een uurtje langs de zee gelopen en mooie schelpen verzameld.
Daarna de kaart nog eens goed bestudeerd en..... op een paar kilometer afstand van waar wij stonden..... een hele rij standing stones bij het dorpje Askillaun!!
We parkeerden de auto vlakbij de vermeende vindplaats en gingen op zoek. Juist toen we op de kaart stonden te kijken waar die stenenrij zich nou precies moest bevinden sprak een man ons aan. Hoewel ik me had voorgenomen nooit meer aan een 'local' naar standing stones te vragen besloot ik het er toch nog eens op te wagen. En ja: de man wist precies welke stenen we bedoelden en waar ze staan. "Maar..." zo zei hij samenzweerderig, "... er is iets met die stenen, loop maar even mee naar mijn huis, dan leg ik het uit." Líon had zoiets van 'ja, duhu...' maar ik dacht: dit is Ierland, hier kun je zoiets gewoon doen!
We volgden de man naar zijn huis. Het viel me meteen op dat er een bakje buiten stond met kattenbrokjes er in. Mensen die van katten houden, kunnen nooit slechte mensen zijn!
De voorkant van het huis was een enorme bouwval, maar de achterkant bleek verrassend nieuw te zijn, met een werkelijk enorme woonkeuken. De man stelde zichzelf voor als Sean. Zo heet ook de man die enige jaren geleden mijn interesse wekte voor de Ierse taal. Sean en zijn vrouw legden uit dat het gerucht ging in het dorp dat de standing stones ooit kriskras in het weiland hadden gestaan maar dat ze door dorpelingen naar de zijkant van het weiland waren verplaatst om meer ruimte te maken in het weiland. Daardoor stonden ze nu op een rijtje. Bewijs hiervoor was er echter niet. Sean en zijn vrouw stonden op het punt om naar de pub te gaan om naar een wedstrijd Gaelic Football te gaan kijken tussen Kerry (Ciarraí) en Dublin (Baile Átha Cliath). Zijn vrouw vertelde dat Sean vandaag jarig was. Het was 3 augustus: de geboortedag van mijn moeder. Nee, toeval bestaat niet.
We kregen koffie (oploskoffie, omdat ze eigenlijk geen tijd hadden en op het punt stonden om naar de pub te gaan) en een rondleiding door het huis. Ieren zijn zoooooo aardig.
Op aanwijzing van Sean en zijn vrouw hadden we de stones row snel gevonden. Ook deze stenen stonden op privéterrein en dit hek was moeilijker om overheen te klimmen.
Na de stones row zijn we doorgereden naar de parkeerplaats van de veerboot naar Clare Island (Cliara).
Het was intussen weer beginnen te regenen dus hebben we in de auto zitten lunchen.
We besloten naar Westport (Cathair na Mart) te rijden om daar even rond te kijken. We reden verkeerd en belandden op een weggetje dat amper breder was dan de auto en alsmaar smaller werd. Op het laatst moest de auto zich een weg banen tussen de struiken die aan weerszijden van de weg groeiden. In het midden van de weg was een strook gras omdat daar eenvoudig weg nooit gereden kon worden. Langzaam vervolgden we onze weg totdat.... deze doodliep. Gelukkig was er net genoeg ruimte om te keren. Op naar Westport.
Westport is een grappig plaatsje. Bij de Tourist Information hebben we wat kaarten van het gebied gekocht. Ook heb ik daar een canvas schoudertas van het merk Guinness gekocht. We zijn begonnen aan de stadswandeling, maar al snel waren we verkeerd gelopen. Het regende nog steeds en het was niet zulk lekker wandelweer. Toch wel veel gezien.
Tegen de avond teruggereden naar Murrisk, waar we opnieuw in The Tavern ons laatste avondmaal in Ierland hebben gegeten en (uiteraard) een biertje hebben gedronken. Morgen moeten we alweer terug, snik....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten