Vandaag lopen we naar Roundwood, het hoogstgelegen dorp van Ierland (op 238 m). Na opnieuw een uitgebreid ontbijt afscheid genomen van Clare, een bijzonder aardige en gastvrije vrouw. Vandaag heb ik besloten om geen overbodige bagage mee te sjouwen, te meer daar de Ierse Piet Paulusma gisteravond heeft beloofd dat het mooi weer gaat worden vandaag. Tot nu toe heb ik elke dag een regenjas bij me gehad, evenals een extra paar schoenen, en dat maakte de rugzak toch veel zwaarder dan nodig. Dus vandaag geen regenjas en extra schoenen, alleen een sweater voor als het kouder mocht worden. Toen ik in mijn t-shirt met korte mouwen vertrok, merkte Clare op: Oh my God, you are living dangerously! Verder benadrukte ze dat we het vandaag rustig aan moesten doen en vooral onze energie moesten sparen voor morgen.
Opnieuw een prachtige wandeling. De plaatselijke hardloopvereniging had haar jaarlijks wedstrijd, waardoor we veel hardlopende tegenliggers moesten ontwijken. Jammer dat de helft van de route van vandaag over asfalt gaat.
Ongeveer halverwege zijn we een uurtje in een weiland gaan liggen in de zon. We zaten vrij hoog, waardoor we prachtig uitzicht hadden op het dal. Hier heeft Marianne de wereldberoemde foto gemaakt: de wereld aan onze voeten. Om ca. 15.30 uur aangekomen in Roundwood. De B&B, met de toepasselijke naam Roundwood Inn, ligt zo'n 2 km van de route af, die we dus morgenochtend bij het aantal kilometers moeten optellen. Gelukkig hebben we het droog gehouden vandaag! Onze gastvrouw vandaag is Josie McCabe. Direct na onze aankomst maakte ze thee voor ons: Dutch tea, zoals ze het zelf noemde. De Ieren gooien twee zakjes thee in een kleine pot en laten dat vervolgens een kwartier staan waarna de thee zó sterk is dat het kan lezen en praten. Toen wij bevestigden dat we Dutch tea wilden zei ze: Yes, you only make the bag wet.
Heel even het stadje in geweest en wat boodschappen gedaan. In the Coach House een pint Guinness gedronken, waarna we bij de take-away iets te eten hebben gehaald: voor Marianne een vegi-burger en voor mij een pizza. Daarna een pint wezen drinken in een andere pub: Rud éile.
's Avonds onze koffers alvast ingepakt, zodat we direct na het ontbijt kunnen vertrekken.
Vrijdag 6 juni (zevende dag): Rustdag in Laragh
De zon is weer terug (dankzij de door Marianne geofferde munten?). Lekker uitgeslapen en na het ontbijt wat boodschappen gedaan in de enige supermarkt die dit gehucht rijk is. Marianne heeft ook nog wat tweedehands boeken gekocht bij het postkantoor.
's Middags opnieuw naar Glendalough gelopen. Eerst een bezoekje gebracht aan de Laragh Woolen Mills, waar ze behalve de gebruikelijke Ierse prullaria vooral veel wollen truien en sjaals verkopen. Mooi, maar erg duur. We hebben heerlijk in de zon gelegen bij het Upperlake. Gelukkig waren de midges vandaag verdwenen. Op de terugweg heeft Marianne opnieuw munten geofferd met de wens om de laatste 2 dagen van onze trip vooral mooi weer te krijgen. Zou het lukken?
Bij de supermarkt hadden we kant-en-klare noodles gekocht: iets droogs waar je heet water opgooit en dan heb je een warme maaltijd. Niet heel erg lekker, maar ook niet heel erg slecht. 's Avonds ben ik nog lang in de "woonkamer" blijven zitten met een sprookjesboek in het Iers, dat ik mocht lenen van Clare. Ze vond het erg leuk dat er kennelijk buitenlanders zijn die Iers willen leren. Het boekje vertelt de bekende sprookjes zoals Klein Duimpje, De Gelaarsde Kat, Roodkapje; erg leuk. Op tv ook nog even naar het weerbericht gekeken voor de komende dagen: het wordt mooi weer. Marianne was al vroeg op bed gaan liggen dus die was blij verrast toen ik haar het goede nieuws bracht over het mooie weer voor de komende dagen. Marianne is vroeg gaan slapen en zelf heb ik nog een uurtje liggen lezen in bed. Jammer dat ik het boekje moest achterlaten...
Bij de supermarkt hadden we kant-en-klare noodles gekocht: iets droogs waar je heet water opgooit en dan heb je een warme maaltijd. Niet heel erg lekker, maar ook niet heel erg slecht. 's Avonds ben ik nog lang in de "woonkamer" blijven zitten met een sprookjesboek in het Iers, dat ik mocht lenen van Clare. Ze vond het erg leuk dat er kennelijk buitenlanders zijn die Iers willen leren. Het boekje vertelt de bekende sprookjes zoals Klein Duimpje, De Gelaarsde Kat, Roodkapje; erg leuk. Op tv ook nog even naar het weerbericht gekeken voor de komende dagen: het wordt mooi weer. Marianne was al vroeg op bed gaan liggen dus die was blij verrast toen ik haar het goede nieuws bracht over het mooie weer voor de komende dagen. Marianne is vroeg gaan slapen en zelf heb ik nog een uurtje liggen lezen in bed. Jammer dat ik het boekje moest achterlaten...
Donderdag 5 juni (zesde dag): van Drumgoff naar Laragh (18 km - 530 m stijgen)
Toen we 's morgens om kwart voor tien vertrokken regende het nog steeds. We moesten een lunchpakket kopen omdat het brood dat we in Tinahely hadden gekocht beschimmeld bleek. Dat kostte voor 4 belegde boterhammen € 2,50.
Door de constante miezerregen werden we behoorlijk nat. Na ongeveer een uur kregen we een pittige klim voor onze kiezen: we moesten langdurig over grote keien een flink stuk omhoog klimmen, de Mullacor op (657 m). We waren beiden blij dat we de Wicklow Way niet andersom liepen, want dit pad naar beneden zou écht heel eng zijn geweest. Het was heel stijl en heel hoog. Boven aangekomen is de berg kaal en wordt bedreigd door erosie. Daarom zijn hier bielzen aangebracht op het looppad. Dat loopt erg prettig.
In de middag bereikten we Glendalough. Ook hier gold weer dat we amper tijd kregen om te rusten. Het was intussen wel droog geworden, maar het stikte van de midges. Dat zijn superkleine muggen (een soort knutten) die gemeen kunnen steken. Vooral als je er allergisch voor bent (zoals Marianne) kun je er behoorlijk last van krijgen. Je krijgt niet eens de tijd om je fototoestel scherp te stellen, dan word je meteen belaagd door tientallen van die krengen! Dus maar weer doorgelopen. Nog wel even rondgehangen bij de oude overblijfselen van een monnikenklooster met een ronde toren. Maar ook daar maakten de midges ons het leven zuur (toen ik later die avond boven de wasbak m'n haren kamde vielen er nog tientallen dode midges in de wasbak...). Daarbij stak er ook nog eens een ijskoude wind op. De thermometer aan de rugzak van Marianne gaf nog maar 12 graden aan! Bij een brug was het daar stromende riviertje omgetoverd tot een soort wensput, waar mensen allemaal munten in hadden gegooid. Marianne besloot om ook wat munten te offeren en te wensen voor mooi weer morgen! Tegen het einde van onze wandeling kwamen we langs een pub met deze tekst. Ik studeer al zo'n vier jaar het Ierse Gaelic, daarom weet ik wat het betekent: "er is geen haard zoals je eigen haard" ofwel: "eigen haard is goud waard". Totaal hebben we gedurende de dag veel te weinig pauze genomen, totaal nog geen uur denk ik. We waren dan ook heel erg moe en door en door koud toen we om half zes bij onze B&B Clondara aankwamen.
Marianne stortte op een bed en bleef vervolgens bewegingloos liggen. Toen ik twee uur later voorzichtig aan haar schudde kreunde ze: 'ik ga dood...' Ik moest wel lachen natuurlijk, volgens mij is er meer voor nodig om dood te gaan dan een paar kilometer lopen. Gelukkig kon ze het tóch opbrengen om nog eventjes naar de pub te gaan. Er trad een liveband op met covernummers uit de jaren 70 en 80, en dat was best wel leuk.
Door de constante miezerregen werden we behoorlijk nat. Na ongeveer een uur kregen we een pittige klim voor onze kiezen: we moesten langdurig over grote keien een flink stuk omhoog klimmen, de Mullacor op (657 m). We waren beiden blij dat we de Wicklow Way niet andersom liepen, want dit pad naar beneden zou écht heel eng zijn geweest. Het was heel stijl en heel hoog. Boven aangekomen is de berg kaal en wordt bedreigd door erosie. Daarom zijn hier bielzen aangebracht op het looppad. Dat loopt erg prettig.
In de middag bereikten we Glendalough. Ook hier gold weer dat we amper tijd kregen om te rusten. Het was intussen wel droog geworden, maar het stikte van de midges. Dat zijn superkleine muggen (een soort knutten) die gemeen kunnen steken. Vooral als je er allergisch voor bent (zoals Marianne) kun je er behoorlijk last van krijgen. Je krijgt niet eens de tijd om je fototoestel scherp te stellen, dan word je meteen belaagd door tientallen van die krengen! Dus maar weer doorgelopen. Nog wel even rondgehangen bij de oude overblijfselen van een monnikenklooster met een ronde toren. Maar ook daar maakten de midges ons het leven zuur (toen ik later die avond boven de wasbak m'n haren kamde vielen er nog tientallen dode midges in de wasbak...). Daarbij stak er ook nog eens een ijskoude wind op. De thermometer aan de rugzak van Marianne gaf nog maar 12 graden aan! Bij een brug was het daar stromende riviertje omgetoverd tot een soort wensput, waar mensen allemaal munten in hadden gegooid. Marianne besloot om ook wat munten te offeren en te wensen voor mooi weer morgen! Tegen het einde van onze wandeling kwamen we langs een pub met deze tekst. Ik studeer al zo'n vier jaar het Ierse Gaelic, daarom weet ik wat het betekent: "er is geen haard zoals je eigen haard" ofwel: "eigen haard is goud waard". Totaal hebben we gedurende de dag veel te weinig pauze genomen, totaal nog geen uur denk ik. We waren dan ook heel erg moe en door en door koud toen we om half zes bij onze B&B Clondara aankwamen.
Marianne stortte op een bed en bleef vervolgens bewegingloos liggen. Toen ik twee uur later voorzichtig aan haar schudde kreunde ze: 'ik ga dood...' Ik moest wel lachen natuurlijk, volgens mij is er meer voor nodig om dood te gaan dan een paar kilometer lopen. Gelukkig kon ze het tóch opbrengen om nog eventjes naar de pub te gaan. Er trad een liveband op met covernummers uit de jaren 70 en 80, en dat was best wel leuk.
Woensdag 4 juni (vijfde dag): Rustdag in Drumgoff
Regen! Eerst lekker uitgeslapen en om 9 uur aan het ontbijt. Voor mij gebakken eieren met bacon en voor Marianne geraspte cheddar met tomaten en brood. Daarna op de kamer wat rondgehangen, het regende aardig.
Om een uur of één besloten we toch om een korte wandeling (8 kilometer) te gaan maken. We zijn per slot van rekening niet helemaal naar Ierland gekomen om een hele dag binnen te zitten. Het regende intussen behoorlijk, en onze regenkleding bleek niet zo waterdicht als we hadden gedacht. We beseften des te meer hoe enorm we geboft hebben met het weer tot nu toe. Regen is namelijk niet alleen heel nat, het is ook heel koud. Dan kun je dus niet eventjes lekker een uurtje in het gras gaan liggen. Om ongeveer half vier waren we terug in de B&B. Daar bleek dat Marianne twee blaren had opgelopen.
's Avonds opnieuw in de pub gegeten, ik lasagne (met patat, tsja...), Marianne een vegetarische Caesar Salad. Na een paar biertjes in de pub niet al te laat gaan slapen.
Om een uur of één besloten we toch om een korte wandeling (8 kilometer) te gaan maken. We zijn per slot van rekening niet helemaal naar Ierland gekomen om een hele dag binnen te zitten. Het regende intussen behoorlijk, en onze regenkleding bleek niet zo waterdicht als we hadden gedacht. We beseften des te meer hoe enorm we geboft hebben met het weer tot nu toe. Regen is namelijk niet alleen heel nat, het is ook heel koud. Dan kun je dus niet eventjes lekker een uurtje in het gras gaan liggen. Om ongeveer half vier waren we terug in de B&B. Daar bleek dat Marianne twee blaren had opgelopen.
's Avonds opnieuw in de pub gegeten, ik lasagne (met patat, tsja...), Marianne een vegetarische Caesar Salad. Na een paar biertjes in de pub niet al te laat gaan slapen.
Dinsdag 3 juni (vierde dag): van Moyne naar Drumgoff (21 km - 500 m stijgen)
Na ons ontbijt (bruine boterhammen met kaas en ham) zijn we om ongeveer 9 uur vertrokken. Gelukkig mochten we de koffers boven laten staan, we hoefden ze niet zelf de trap af te zeulen. Vandaag voor het eerst niet verkeerd gelopen, we beginnen het te leren! We moesten ongeveer een kilometer lopen om op de track te komen.
De eerste twee uren kregen we te maken met een hele harde, hele koude wind, maar om een uur of elf werd het toch weer lekker weer. Volgens de thermometer die Marianne aan haar rugzak had hangen was het toen al weer 20 graden. Na een aantal kilometers over een asfaltweg te hebben gelopen (waar overigens amper auto's rijden) gaat het pad nu dwars door het bos, door de naaldbomen. We hebben zelfs al herten gezien!
We hadden er goed de sokken in en de spirit was high. Gelukkig maar, want we hadden ons enigszins verkeken op de afstand op de kaart. We hadden ons helemaal gefocust op Drumgoff (op de kaart), maar we moesten nog een paar kilometer verder om onze B&B te bereiken. De hoge temperaturen en een paar gemene klimmetjes maakten het lopen niet eenvoudig vandaag.
Glenmalure Lodge is groter dan de B&B's tot nu toe. Dat waren vooral kleine B&B's met een paar kamertjes. Glenmalure Lodge is groot, veel kamers en met een eigen restaurant en pub. Het welkom viel wat tegen: onze koffers waren niet naar de kamers gebracht, die moesten we dus zelf de trap opzeulen. In de wijde omgeving geen winkels, dus we moesten hier iets eten. Voor Marianne waren er pasteitjes met champignonragoût en zelf heb ik een hamburger genomen. Beiden kregen we er salade bij en patat. We konden lekker buiten zitten aan houten picknicktafels. In de pub hebben we daarna nog een aantal pints bier gedronken en om 10 uur 's avonds lagen we best wel moe al op bed.
Morgen uitslapen en onze eerste rustdag!
De eerste twee uren kregen we te maken met een hele harde, hele koude wind, maar om een uur of elf werd het toch weer lekker weer. Volgens de thermometer die Marianne aan haar rugzak had hangen was het toen al weer 20 graden. Na een aantal kilometers over een asfaltweg te hebben gelopen (waar overigens amper auto's rijden) gaat het pad nu dwars door het bos, door de naaldbomen. We hebben zelfs al herten gezien!
We hadden er goed de sokken in en de spirit was high. Gelukkig maar, want we hadden ons enigszins verkeken op de afstand op de kaart. We hadden ons helemaal gefocust op Drumgoff (op de kaart), maar we moesten nog een paar kilometer verder om onze B&B te bereiken. De hoge temperaturen en een paar gemene klimmetjes maakten het lopen niet eenvoudig vandaag.
Glenmalure Lodge is groter dan de B&B's tot nu toe. Dat waren vooral kleine B&B's met een paar kamertjes. Glenmalure Lodge is groot, veel kamers en met een eigen restaurant en pub. Het welkom viel wat tegen: onze koffers waren niet naar de kamers gebracht, die moesten we dus zelf de trap opzeulen. In de wijde omgeving geen winkels, dus we moesten hier iets eten. Voor Marianne waren er pasteitjes met champignonragoût en zelf heb ik een hamburger genomen. Beiden kregen we er salade bij en patat. We konden lekker buiten zitten aan houten picknicktafels. In de pub hebben we daarna nog een aantal pints bier gedronken en om 10 uur 's avonds lagen we best wel moe al op bed.
Morgen uitslapen en onze eerste rustdag!
Maandag 2 juni (derde dag): van Tinahely naar Moyne (14 km - 190 m stijgen)
Om kwart voor acht opgestaan. Na een uitgebreid ontbijt (we kozen beiden voor gekookte eieren vandaag) op weg gegaan. Het was opnieuw erg warm, zelfs de Ieren weten niet wat hen overkomt. De natuur is écht prachtig in deze tijd van het jaar. Overal bloeit gele brem.
We moesten een kilometer of twee lopen om van de B&B op het pad van de Wicklow Way te komen. En.... binnen een uur zijn we al verkeerd gelopen. We kwamen terecht op een pad dat vol koeienvlaaien lag, met als gevolg dat m'n hele schoenen en m'n broek tot boven m'n knieën onder de koeienstront zaten. Na een paar keer heen-en-weer te hebben gelopen besloten we om terug te lopen naar de laatste wegwijzer die we hadden gezien. We wilden net van start gaan toen een raam van een huis openging en er een vrouwenhoofd verscheen dat vroeg: Are you lost? Ze legde ons snel uit waar we verkeerd waren gelopen en toen we bij het betreffende paaltje aankwamen konden we gewoonweg niet geloven dat we dat hadden gemist. Dat kwam vooral doordat we niet hadden opgelet en hadden lopen kletsen. Na een pittig stukje klimmen zijn we bovenaan een heuvel heerlijk in de zon gaan liggen, naast een groot keltisch kruis. We zijn er zeker een uur blijven liggen, genietend van het prachtige weer.
De bewegwijzering van de Wicklow Way is echt heel goed. Maar wat moet je als er een paaltje omgevallen op de grond ligt? We hebben even een aantal richtingen uitgeprobeerd, maar besloten al snel terug te gaan naar het omgevallen paaltje. Toen ik het paaltje optilde en rechtop hield werd het ons al snel duidelijk welke kant we op moesten. Gelukkig kwamen we twee joggende Ierse hunks tegen, die ons bevestigden dat we weer op het juiste spoor zaten.
Volgens de kaart zou ongeveer eenderde van de afstand voor vandaag over een 'gele weg' gaan. Gelukkig bleek dat geen asfaltweg te zijn maar een halfverharde weg; een hele mooie wandeling. Marianne kreeg nog een blaar op haar kleine teen, maar dankzij de enorme voorraad blarenpleisters die we bij ons hadden was dat probleempje snel opgelost.
Onze B&B heet Kyle House, waar we gastvrij werden ontvangen door Margaret Coogan.
We mochten lekker in de tuin gaan zitten en op mijn vraag of er bier was kregen we beiden een blikje Guinness. Wel werd ons meteen toevertrouwd dat het tevens de laatste waren.
Deze B&B is écht in de middle of nowhere, er is geen enkele winkel of pub in de omgeving. We hadden dus geen andere keuze dan onze avondmaaltijd in de B&B te bestellen. Marianne is vegetariër, en dat blijkt (evenals in Nederland) toch altijd weer een probleem: de keuze was beperkt tot pasta. Zelf koos ik voor gevulde kipfilet. De pasta van Marianna bleek een bord wokkelmacaroni met een vage tomatensaus en gebakken aardappels. Vreemde combi... Dat je in Ierland geen culinaire hoogstandjes moet verwachten bleek ook nu maar weer: de gebakken aardappels hadden ca. 30 seconden in lauwe olie gelegen, waardoor ze vooral vet waren maar niet gebakken. De kipfilet was enorm droog en gevuld met een kleffe broodkruimelpasta; de aardappelpuree was klonteriger en droger dan we ooit hadden gegeten. En er waren veel te gaar gekookte wortelen en broccoli.
We schatten in dat de route voor morgen ca. 24 kilometer zal zijn. We willen op tijd vertrekken want met ons gemiddelde betekent dat al snel 10 uur onderweg zijn (inclusief 2 uur rustpauze). Daarom zijn we al om ongeveer 11 uur gaan slapen. Tsja, wat moet je anders in zo'n gehucht?
We moesten een kilometer of twee lopen om van de B&B op het pad van de Wicklow Way te komen. En.... binnen een uur zijn we al verkeerd gelopen. We kwamen terecht op een pad dat vol koeienvlaaien lag, met als gevolg dat m'n hele schoenen en m'n broek tot boven m'n knieën onder de koeienstront zaten. Na een paar keer heen-en-weer te hebben gelopen besloten we om terug te lopen naar de laatste wegwijzer die we hadden gezien. We wilden net van start gaan toen een raam van een huis openging en er een vrouwenhoofd verscheen dat vroeg: Are you lost? Ze legde ons snel uit waar we verkeerd waren gelopen en toen we bij het betreffende paaltje aankwamen konden we gewoonweg niet geloven dat we dat hadden gemist. Dat kwam vooral doordat we niet hadden opgelet en hadden lopen kletsen. Na een pittig stukje klimmen zijn we bovenaan een heuvel heerlijk in de zon gaan liggen, naast een groot keltisch kruis. We zijn er zeker een uur blijven liggen, genietend van het prachtige weer.
De bewegwijzering van de Wicklow Way is echt heel goed. Maar wat moet je als er een paaltje omgevallen op de grond ligt? We hebben even een aantal richtingen uitgeprobeerd, maar besloten al snel terug te gaan naar het omgevallen paaltje. Toen ik het paaltje optilde en rechtop hield werd het ons al snel duidelijk welke kant we op moesten. Gelukkig kwamen we twee joggende Ierse hunks tegen, die ons bevestigden dat we weer op het juiste spoor zaten.
Volgens de kaart zou ongeveer eenderde van de afstand voor vandaag over een 'gele weg' gaan. Gelukkig bleek dat geen asfaltweg te zijn maar een halfverharde weg; een hele mooie wandeling. Marianne kreeg nog een blaar op haar kleine teen, maar dankzij de enorme voorraad blarenpleisters die we bij ons hadden was dat probleempje snel opgelost.
Onze B&B heet Kyle House, waar we gastvrij werden ontvangen door Margaret Coogan.
We mochten lekker in de tuin gaan zitten en op mijn vraag of er bier was kregen we beiden een blikje Guinness. Wel werd ons meteen toevertrouwd dat het tevens de laatste waren.
Deze B&B is écht in de middle of nowhere, er is geen enkele winkel of pub in de omgeving. We hadden dus geen andere keuze dan onze avondmaaltijd in de B&B te bestellen. Marianne is vegetariër, en dat blijkt (evenals in Nederland) toch altijd weer een probleem: de keuze was beperkt tot pasta. Zelf koos ik voor gevulde kipfilet. De pasta van Marianna bleek een bord wokkelmacaroni met een vage tomatensaus en gebakken aardappels. Vreemde combi... Dat je in Ierland geen culinaire hoogstandjes moet verwachten bleek ook nu maar weer: de gebakken aardappels hadden ca. 30 seconden in lauwe olie gelegen, waardoor ze vooral vet waren maar niet gebakken. De kipfilet was enorm droog en gevuld met een kleffe broodkruimelpasta; de aardappelpuree was klonteriger en droger dan we ooit hadden gegeten. En er waren veel te gaar gekookte wortelen en broccoli.
We schatten in dat de route voor morgen ca. 24 kilometer zal zijn. We willen op tijd vertrekken want met ons gemiddelde betekent dat al snel 10 uur onderweg zijn (inclusief 2 uur rustpauze). Daarom zijn we al om ongeveer 11 uur gaan slapen. Tsja, wat moet je anders in zo'n gehucht?
Zondag 1 juni (tweede dag): wandeling in de omgeving van Tinahely (16 km - 270 m stijgen)
Om kwart voor acht opgestaan en om half negen aan het ontbijt. Madge had zelfs een menukaart, je kon van alles kiezen! Prima geregeld. Marianne koos voor een continental breakfast (geroosterd brood met kaas) en ik voor roereieren. Verder was er vers fruit, yoghurt en cornflakes. Er waren nog twee gasten, ook Nederlanders die de Wicklow Way aan het doen waren. De vrouw vertelde dat zij beiden ervaren wandelaars waren, maar dat ze toch wel veel last had van spierpijn in haar kuiten. Opbeurende berichten dus voor ons, twee totaal-niet-ervaren wandelaars...
De wandeling op onze eerste dag bestond uit een rondwandeling in de omgeving van Tinahely, totale afstand 16 km. Aan het einde van de wandeling zouden we weer terugkomen bij Sundindale House. We liepen eerst naar het zuiden, waarna we ongeveer halverwege de route van de Wicklow Way zouden oppakken.
De eerste kilometers waren niet bewegwijzerd, maar volgens de beschrijving goed te vinden. Binnen drie kwartier zijn we echter verkeerd gelopen omdat we niet goed op de kaart hadden gekeken. Toen we dat uiteindelijk wél deden bleek dat we beter konden doorlopen dan terugkeren, we zouden uiteindelijk weer op het juiste pad komen. Jammer was wel dat we hierdoor een aantal kilometers over een autoweg hebben gelopen, terwijl het de bedoeling was om langs een oude, ontmantelde spoorlijn te lopen. We spraken af nu toch écht beter op te letten.
Halverwege vonden we inderdaad de eerste wegwijzer die de Wicklow Way aangaf. In de beschrijving zagen we dat we langs een pub zouden komen (The Dying Cow) waar we zouden kunnen pauzeren aan picknicktafels. Daar hadden we veel zin in, want het was erg warm en we hadden erg veel trek in een pint Guinness! Daarbij hadden de Nederlanders die ochtend gezegd dat er ook een nest met jonge zwaluwen zat, dus zeker een bezoekje waard. Het is dan ook op z'n minst merkwaardig dat we de pub kennelijk gepasseerd zijn zonder deze te zien...
Intussen was vooral Marianne erg moe en ze had erge hoofdpijn door de hitte, dus we besloten uit te rusten bij "Mullinacuffe church", een interessante ruïne met graven uit wel 1764. Na ongeveer een uurtje zijn we verder gegaan, de route was dankzij de uitstekende bewegwijzering nu goed te vinden. Het uitzicht was steeds prachtig, Ierland is echt een heel mooi land.
Na ongeveer zeseneenhalf uur (en dat terwijl er vier uur voor stond!) zijn we uiteindelijk om een uur of zeven 's avonds aangekomen bij Sunindale House.
We konden wederom lekker buiten op het terras zitten om de route voor de volgende dag alvast te bekijken (Marianne had alle routes op aparte bladzijden gezet, wat erg handig was). Het was opnieuw heel lekker weer, tot 's avonds laat. 's Avonds naar de pub gegaan, maar Marianne hing als een dood vogeltje op de bank vanwege de hoofdpijn, dus we hebben het niet heel erg laat gemaakt. Terug in de B&B is Marianne meteen gaan douchen en naar bed gegaan. Zelf heb ik nog even in de tuin rondgelopen en met Madge gepraat. Op een gegeven moment vroeg ik haar om een Jameson. Ze keek me aan en vroeg: Shall I make that a double, love? Goh, is het zó duidelijk aan me te zien? :(~
Toen ik terugkwam op de kamer was Marianne al in diepe slaap. Zelf heb ik nog een tijdje liggen lezen, en ben om een uur of twaalf gaan slapen.
De wandeling op onze eerste dag bestond uit een rondwandeling in de omgeving van Tinahely, totale afstand 16 km. Aan het einde van de wandeling zouden we weer terugkomen bij Sundindale House. We liepen eerst naar het zuiden, waarna we ongeveer halverwege de route van de Wicklow Way zouden oppakken.
De eerste kilometers waren niet bewegwijzerd, maar volgens de beschrijving goed te vinden. Binnen drie kwartier zijn we echter verkeerd gelopen omdat we niet goed op de kaart hadden gekeken. Toen we dat uiteindelijk wél deden bleek dat we beter konden doorlopen dan terugkeren, we zouden uiteindelijk weer op het juiste pad komen. Jammer was wel dat we hierdoor een aantal kilometers over een autoweg hebben gelopen, terwijl het de bedoeling was om langs een oude, ontmantelde spoorlijn te lopen. We spraken af nu toch écht beter op te letten.
Halverwege vonden we inderdaad de eerste wegwijzer die de Wicklow Way aangaf. In de beschrijving zagen we dat we langs een pub zouden komen (The Dying Cow) waar we zouden kunnen pauzeren aan picknicktafels. Daar hadden we veel zin in, want het was erg warm en we hadden erg veel trek in een pint Guinness! Daarbij hadden de Nederlanders die ochtend gezegd dat er ook een nest met jonge zwaluwen zat, dus zeker een bezoekje waard. Het is dan ook op z'n minst merkwaardig dat we de pub kennelijk gepasseerd zijn zonder deze te zien...
Intussen was vooral Marianne erg moe en ze had erge hoofdpijn door de hitte, dus we besloten uit te rusten bij "Mullinacuffe church", een interessante ruïne met graven uit wel 1764. Na ongeveer een uurtje zijn we verder gegaan, de route was dankzij de uitstekende bewegwijzering nu goed te vinden. Het uitzicht was steeds prachtig, Ierland is echt een heel mooi land.
Na ongeveer zeseneenhalf uur (en dat terwijl er vier uur voor stond!) zijn we uiteindelijk om een uur of zeven 's avonds aangekomen bij Sunindale House.
We konden wederom lekker buiten op het terras zitten om de route voor de volgende dag alvast te bekijken (Marianne had alle routes op aparte bladzijden gezet, wat erg handig was). Het was opnieuw heel lekker weer, tot 's avonds laat. 's Avonds naar de pub gegaan, maar Marianne hing als een dood vogeltje op de bank vanwege de hoofdpijn, dus we hebben het niet heel erg laat gemaakt. Terug in de B&B is Marianne meteen gaan douchen en naar bed gegaan. Zelf heb ik nog even in de tuin rondgelopen en met Madge gepraat. Op een gegeven moment vroeg ik haar om een Jameson. Ze keek me aan en vroeg: Shall I make that a double, love? Goh, is het zó duidelijk aan me te zien? :(~
Toen ik terugkwam op de kamer was Marianne al in diepe slaap. Zelf heb ik nog een tijdje liggen lezen, en ben om een uur of twaalf gaan slapen.
Abonneren op:
Posts (Atom)