Het is handiger dit blog over mijn laatste vakantie in omgekeerde volgorde te lezen, dus hier beginnen: http://cailleacheireannach.blogspot.com/2009_02_08_archive.html en dan steeds een weekje opschuiven naar boven (aan de rechterkant onder 'Blogarchief'.
Ook dit keer hadden we onze vakantie weer laten verzorgen door http://www.travelireland.nl/; zij regelen alles altijd perfect. Je zegt maar wat je wilt en zij zorgen ervoor. Lekker makkelijk hoor!
Hoewel de vakantie kort was (1 week) hebben we ontzettend veel gezien. Daaruit blijkt het voordeel van het huren van een auto. Zeker iets om voortaan weer te doen, mede omdat het openbaar vervoer in Ierland niet is zoals in Nederland.
Líon merkte tijdens één van de eerste dagen van ons verblijf in Ierland op dat het net is of je vijftig jaar terug gaat in de tijd. En zo lijkt het ook. De supermarkten zijn kleiner (zowel in de dorpjes als in de steden) en de mensen hebben veel meer tijd voor elkaar. Ook de infrastructuur loopt wat achter, de wegen zijn smal en zijn 's nachts bijna allemaal onverlicht. Daardoor zie je in Ierland nog échte sterrenhemels met duizenden sterren (als het niet regent natuurlijk).
Een week na onze thuiskomst heeft Líon de eigenaresse van Log an Aifreann gemaild en gevraagd naar de afloop van de missie op de Croagh Patrick. Gelukkig zijn ze allemaal heelhuids boven gekomen en ook weer heelhuids beneden.
Líon: heel erg bedankt voor alle Guinness in de pubs, maar echt: ik vind het geen probleem om je te helpen met je huiswerk! En natuurlijk bedankt voor de gezelligheid, het was super!
Dinsdag 4 augustus: Terug naar Dublin :-(
We hadden het wel gehad met de gebakken eieren en scrambled eggs, daarom hebben we allebei een gekookt ei gevraagd voor het ontbijt. Vleeswaren (zoals wij dat kennen) hebben ze in Ierland niet. Heel soms krijg je in een B&B ham, maar meestal moet je het doen met kaas en dikke plakken bakbacon bij je eieren. Gelukkig was er deze ochtend ook aardbeienyoghurt en natuurlijk allerlei soorten cereal. De eigenaresse van de B&B vertelde dat haar zoon het komende weekend de Croagh Patrick zou beklimmen met een aantal vrienden. Een van de vrienden had een dwarslaesie als gevolg van een ongeluk en was verlamd vanaf zijn nek. Zijn vrienden hadden een soort ijzeren 'kist' gemaakt, waarin zij hem naar boven zouden dragen. Uiteraard maakte onze gastvrouw zich erg veel zorgen over het welslagen van de missie. Dagelijks ging ze naar de kerk om o.a. te bidden voor een goede afloop.
Om kwart over tien zijn we vertrokken naar Dublin. Ik heb de eerste 150 kilometer gereden en Líon de tweede 150 kilometer. Onderweg zijn we gestopt in Mullingar (an Muileann gCearr) bij Lough Owel, waar we eventjes aan het meer hebben zitten lunchen. Bij het meer staat een kunstwerk dat de Kinderen van Lír voorstelt, naar een verhaal uit de Ierse mythologie. De vier kinderen van koning Lír werden door hun jaloerse stiefmoeder betoverd, waardoor ze in zwanen veranderden. De zwanen moesten eerst 300 jaar in Ierland doorbrengen, daarna 300 jaar in Schotland en daarna 300 jaar op zee. Pas toen veranderden ze weer in mensen. Maar ze waren natuurlijk intussen te oud, en ze stierven kort daarna.
We moesten best wel doorrijden om op tijd in Dublin te zijn. Gelukkig vonden we de carpark (waar we de auto moesten inleveren) zonder al te veel problemen. Een busje bracht ons naar de luchthaven, waar ons vervoermiddel al klaar stond...
Op de luchthaven nog snel wat kadootjes gekocht voor het thuisfront en onze laatste alcohol genuttigd op Ierse bodem!
Om kwart over tien zijn we vertrokken naar Dublin. Ik heb de eerste 150 kilometer gereden en Líon de tweede 150 kilometer. Onderweg zijn we gestopt in Mullingar (an Muileann gCearr) bij Lough Owel, waar we eventjes aan het meer hebben zitten lunchen. Bij het meer staat een kunstwerk dat de Kinderen van Lír voorstelt, naar een verhaal uit de Ierse mythologie. De vier kinderen van koning Lír werden door hun jaloerse stiefmoeder betoverd, waardoor ze in zwanen veranderden. De zwanen moesten eerst 300 jaar in Ierland doorbrengen, daarna 300 jaar in Schotland en daarna 300 jaar op zee. Pas toen veranderden ze weer in mensen. Maar ze waren natuurlijk intussen te oud, en ze stierven kort daarna.
We moesten best wel doorrijden om op tijd in Dublin te zijn. Gelukkig vonden we de carpark (waar we de auto moesten inleveren) zonder al te veel problemen. Een busje bracht ons naar de luchthaven, waar ons vervoermiddel al klaar stond...
Op de luchthaven nog snel wat kadootjes gekocht voor het thuisfront en onze laatste alcohol genuttigd op Ierse bodem!
Maandag 3 augustus: standing stones!
Het water dat in Ierland uit de kraan komt is wel drinkbaar, maar de kleur varieert van heel lichtbruin tot behoorlijk donkerbruin. Hier in Murrisk is het aardig donkerbruin. Je haar wordt er ontzettend zacht van, maar flessenwater is een stuk lekkerder om te drinken.
Na het ontbijt (we kozen beiden voor scrambled eggs) hadden we de hele dag voor onszelf. Het is zowaar droog en vanuit het raam van onze kamer kunnen we het kapelletje zien dat bovenop de Croagh Patrick staat. Gisteren was het kapelletje niet te zien omdat de top omgeven was door wolken.
Eerst zijn we teruggereden naar het parkeerterrein van de Croagh Patrick. Op de gedetailleerde kaart die ik had gekocht hadden we gezien dat er vlakbij het parkeerterrein drie standing stones moesten staan. Hoewel ik al een aantal keren in Ierland ben geweest was het me nog niet gelukt om een standing stone te vinden. De Ieren zelf interesseert het niet veel, dus ook met hulp van 'locals' was het vinden van deze eeuwenoude stenen niet gemakkelijk.
Tegenover het parkeerterrein van de Croagh Patrick staat een monument ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers van de hongersnood die Ierland trof tussen 1845 en 1850.
Na het ontbijt (we kozen beiden voor scrambled eggs) hadden we de hele dag voor onszelf. Het is zowaar droog en vanuit het raam van onze kamer kunnen we het kapelletje zien dat bovenop de Croagh Patrick staat. Gisteren was het kapelletje niet te zien omdat de top omgeven was door wolken.
Eerst zijn we teruggereden naar het parkeerterrein van de Croagh Patrick. Op de gedetailleerde kaart die ik had gekocht hadden we gezien dat er vlakbij het parkeerterrein drie standing stones moesten staan. Hoewel ik al een aantal keren in Ierland ben geweest was het me nog niet gelukt om een standing stone te vinden. De Ieren zelf interesseert het niet veel, dus ook met hulp van 'locals' was het vinden van deze eeuwenoude stenen niet gemakkelijk.
Tegenover het parkeerterrein van de Croagh Patrick staat een monument ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers van de hongersnood die Ierland trof tussen 1845 en 1850.
Door een plantenziekte mislukte de aardappeloogst vele jaren achter elkaar. Er was genoeg ander voedsel maar dat werd door de Engelsen ge-exporteerd voor hun eigen winst. Gevolg was dat er meer dan een miljoen Ieren de hongerdood stierven. Zelfs nu nog zijn er veel Ieren die daarom weinig ophebben met de Engelsen.
Natuurlijk was er op een paar honderd meter van het monument de restanten van een oud klooster te zien (Ierland is zooooo mooi!). Ik besloot het toch nog eens te proberen: er liep een man rond bij het kerkhof van het klooster en ik vroeg hem of hij de locatie wist van de standing stones. Hij bestudeerde eerst aandachtig de kaart die we hadden en zei toen, met een weids gebaar naar de basaltblokken die overal lagen aan de rand van het meer "But ther' stones lyin all around here, lov...". Oké, bedankt, we zoeken wel verder :)~
In een weiland langs de weg zag Líon ze staan: standing stones!! Op verboden terrein wel, maar ik zou me niet laten weerhouden door een hek, nu we eindelijk standing stones hadden gevonden. En in Ierland doen ze heus niet zo moeilijk als je een stukje op privéterrein loopt.
Natuurlijk foto's gemaakt en de stenen aangeraakt. Voor velen zijn het maar gewone stenen, voor mij was dit heel bijzonder.
Het was mooi weer, de zon scheen zelfs af en toe. We besloten om naar het strand te gaan en te kijken hoe een Iers strand er uitziet. Het zandstrand (Ierland heeft er niet zoveel) was bezaaid met grotere en kleinere kiezelstenen, niet echt lekker om je handdoekje op uit te spreiden. We hebben een uurtje langs de zee gelopen en mooie schelpen verzameld.
Daarna de kaart nog eens goed bestudeerd en..... op een paar kilometer afstand van waar wij stonden..... een hele rij standing stones bij het dorpje Askillaun!!
We parkeerden de auto vlakbij de vermeende vindplaats en gingen op zoek. Juist toen we op de kaart stonden te kijken waar die stenenrij zich nou precies moest bevinden sprak een man ons aan. Hoewel ik me had voorgenomen nooit meer aan een 'local' naar standing stones te vragen besloot ik het er toch nog eens op te wagen. En ja: de man wist precies welke stenen we bedoelden en waar ze staan. "Maar..." zo zei hij samenzweerderig, "... er is iets met die stenen, loop maar even mee naar mijn huis, dan leg ik het uit." Líon had zoiets van 'ja, duhu...' maar ik dacht: dit is Ierland, hier kun je zoiets gewoon doen!
We volgden de man naar zijn huis. Het viel me meteen op dat er een bakje buiten stond met kattenbrokjes er in. Mensen die van katten houden, kunnen nooit slechte mensen zijn!
De voorkant van het huis was een enorme bouwval, maar de achterkant bleek verrassend nieuw te zijn, met een werkelijk enorme woonkeuken. De man stelde zichzelf voor als Sean. Zo heet ook de man die enige jaren geleden mijn interesse wekte voor de Ierse taal. Sean en zijn vrouw legden uit dat het gerucht ging in het dorp dat de standing stones ooit kriskras in het weiland hadden gestaan maar dat ze door dorpelingen naar de zijkant van het weiland waren verplaatst om meer ruimte te maken in het weiland. Daardoor stonden ze nu op een rijtje. Bewijs hiervoor was er echter niet. Sean en zijn vrouw stonden op het punt om naar de pub te gaan om naar een wedstrijd Gaelic Football te gaan kijken tussen Kerry (Ciarraí) en Dublin (Baile Átha Cliath). Zijn vrouw vertelde dat Sean vandaag jarig was. Het was 3 augustus: de geboortedag van mijn moeder. Nee, toeval bestaat niet.
We kregen koffie (oploskoffie, omdat ze eigenlijk geen tijd hadden en op het punt stonden om naar de pub te gaan) en een rondleiding door het huis. Ieren zijn zoooooo aardig.
Op aanwijzing van Sean en zijn vrouw hadden we de stones row snel gevonden. Ook deze stenen stonden op privéterrein en dit hek was moeilijker om overheen te klimmen.
Na de stones row zijn we doorgereden naar de parkeerplaats van de veerboot naar Clare Island (Cliara).
Het was intussen weer beginnen te regenen dus hebben we in de auto zitten lunchen.
We besloten naar Westport (Cathair na Mart) te rijden om daar even rond te kijken. We reden verkeerd en belandden op een weggetje dat amper breder was dan de auto en alsmaar smaller werd. Op het laatst moest de auto zich een weg banen tussen de struiken die aan weerszijden van de weg groeiden. In het midden van de weg was een strook gras omdat daar eenvoudig weg nooit gereden kon worden. Langzaam vervolgden we onze weg totdat.... deze doodliep. Gelukkig was er net genoeg ruimte om te keren. Op naar Westport.
Westport is een grappig plaatsje. Bij de Tourist Information hebben we wat kaarten van het gebied gekocht. Ook heb ik daar een canvas schoudertas van het merk Guinness gekocht. We zijn begonnen aan de stadswandeling, maar al snel waren we verkeerd gelopen. Het regende nog steeds en het was niet zulk lekker wandelweer. Toch wel veel gezien.
Tegen de avond teruggereden naar Murrisk, waar we opnieuw in The Tavern ons laatste avondmaal in Ierland hebben gegeten en (uiteraard) een biertje hebben gedronken. Morgen moeten we alweer terug, snik....
Natuurlijk was er op een paar honderd meter van het monument de restanten van een oud klooster te zien (Ierland is zooooo mooi!). Ik besloot het toch nog eens te proberen: er liep een man rond bij het kerkhof van het klooster en ik vroeg hem of hij de locatie wist van de standing stones. Hij bestudeerde eerst aandachtig de kaart die we hadden en zei toen, met een weids gebaar naar de basaltblokken die overal lagen aan de rand van het meer "But ther' stones lyin all around here, lov...". Oké, bedankt, we zoeken wel verder :)~
In een weiland langs de weg zag Líon ze staan: standing stones!! Op verboden terrein wel, maar ik zou me niet laten weerhouden door een hek, nu we eindelijk standing stones hadden gevonden. En in Ierland doen ze heus niet zo moeilijk als je een stukje op privéterrein loopt.
Natuurlijk foto's gemaakt en de stenen aangeraakt. Voor velen zijn het maar gewone stenen, voor mij was dit heel bijzonder.
Het was mooi weer, de zon scheen zelfs af en toe. We besloten om naar het strand te gaan en te kijken hoe een Iers strand er uitziet. Het zandstrand (Ierland heeft er niet zoveel) was bezaaid met grotere en kleinere kiezelstenen, niet echt lekker om je handdoekje op uit te spreiden. We hebben een uurtje langs de zee gelopen en mooie schelpen verzameld.
Daarna de kaart nog eens goed bestudeerd en..... op een paar kilometer afstand van waar wij stonden..... een hele rij standing stones bij het dorpje Askillaun!!
We parkeerden de auto vlakbij de vermeende vindplaats en gingen op zoek. Juist toen we op de kaart stonden te kijken waar die stenenrij zich nou precies moest bevinden sprak een man ons aan. Hoewel ik me had voorgenomen nooit meer aan een 'local' naar standing stones te vragen besloot ik het er toch nog eens op te wagen. En ja: de man wist precies welke stenen we bedoelden en waar ze staan. "Maar..." zo zei hij samenzweerderig, "... er is iets met die stenen, loop maar even mee naar mijn huis, dan leg ik het uit." Líon had zoiets van 'ja, duhu...' maar ik dacht: dit is Ierland, hier kun je zoiets gewoon doen!
We volgden de man naar zijn huis. Het viel me meteen op dat er een bakje buiten stond met kattenbrokjes er in. Mensen die van katten houden, kunnen nooit slechte mensen zijn!
De voorkant van het huis was een enorme bouwval, maar de achterkant bleek verrassend nieuw te zijn, met een werkelijk enorme woonkeuken. De man stelde zichzelf voor als Sean. Zo heet ook de man die enige jaren geleden mijn interesse wekte voor de Ierse taal. Sean en zijn vrouw legden uit dat het gerucht ging in het dorp dat de standing stones ooit kriskras in het weiland hadden gestaan maar dat ze door dorpelingen naar de zijkant van het weiland waren verplaatst om meer ruimte te maken in het weiland. Daardoor stonden ze nu op een rijtje. Bewijs hiervoor was er echter niet. Sean en zijn vrouw stonden op het punt om naar de pub te gaan om naar een wedstrijd Gaelic Football te gaan kijken tussen Kerry (Ciarraí) en Dublin (Baile Átha Cliath). Zijn vrouw vertelde dat Sean vandaag jarig was. Het was 3 augustus: de geboortedag van mijn moeder. Nee, toeval bestaat niet.
We kregen koffie (oploskoffie, omdat ze eigenlijk geen tijd hadden en op het punt stonden om naar de pub te gaan) en een rondleiding door het huis. Ieren zijn zoooooo aardig.
Op aanwijzing van Sean en zijn vrouw hadden we de stones row snel gevonden. Ook deze stenen stonden op privéterrein en dit hek was moeilijker om overheen te klimmen.
Na de stones row zijn we doorgereden naar de parkeerplaats van de veerboot naar Clare Island (Cliara).
Het was intussen weer beginnen te regenen dus hebben we in de auto zitten lunchen.
We besloten naar Westport (Cathair na Mart) te rijden om daar even rond te kijken. We reden verkeerd en belandden op een weggetje dat amper breder was dan de auto en alsmaar smaller werd. Op het laatst moest de auto zich een weg banen tussen de struiken die aan weerszijden van de weg groeiden. In het midden van de weg was een strook gras omdat daar eenvoudig weg nooit gereden kon worden. Langzaam vervolgden we onze weg totdat.... deze doodliep. Gelukkig was er net genoeg ruimte om te keren. Op naar Westport.
Westport is een grappig plaatsje. Bij de Tourist Information hebben we wat kaarten van het gebied gekocht. Ook heb ik daar een canvas schoudertas van het merk Guinness gekocht. We zijn begonnen aan de stadswandeling, maar al snel waren we verkeerd gelopen. Het regende nog steeds en het was niet zulk lekker wandelweer. Toch wel veel gezien.
Tegen de avond teruggereden naar Murrisk, waar we opnieuw in The Tavern ons laatste avondmaal in Ierland hebben gegeten en (uiteraard) een biertje hebben gedronken. Morgen moeten we alweer terug, snik....
Zondag 2 augustus: Croagh Patrick...
Om half negen opgestaan en allebei een gebakken eitje genomen als ontbijt. Even snel naar het dorp om een stokbroodje en melk in te slaan voor onderweg, en toen op weg naar Murrisk.
Onderweg zijn we even gestopt in Leenaun (of Leenane) (an Líonán) om foto's te maken en even rond te kijken in een winkeltje waar Líon iets leuks heeft gekocht voor haar kleine nichtje Romy.
De Croagh Patrick vonden we zonder al te veel moeite. Het parkeerterrein was helemaal vol: de Ieren gebruikten het lange vakantieweekend om zelf ook even die berg op te hollen. Gelukkig konden we de auto nog kwijt op de openbare weg.
Bij de ingang stond een man die geld ophaalde voor het mountain rescue team. Uiteraard hebben we geld gedoneerd, stel je voor dat we ze straks nodig hebben!
We keken allebei een beetje argwanend naar de Croagh Patrick: die berg was wel erg hoog zeg (724 m!). Volgens de legende heeft Saint Patrick (de beschermheilige van Ierland) ooit 40 dagen vastend en biddend op de berg doorgebracht. Ook wordt er gezegd dat hij de slangen uit Ierland heeft verdreven door ze vanaf de berg de zee in te jagen. Daarom zijn er in Ierland geen slangen (meer). Waarschijnlijker is het dat er nooit slangen in Ierland zijn geweest. Wel is Saint Patrick degene die het Christendom naar Ierland bracht. Hij gebruikte de shamrock (klaver) als symbool van de Heilige Drie-eenheid. Iedere laatste zondag van juli (Reek Sunday) vindt hier een pelgrimstocht plaats waarbij zo'n 25.000 pelgrims de tocht naar boven maken, velen blootvoets. Líon en ik waren dus precies een week te laat, we hadden deze 25.000 pelgrims graag willen vergezellen!
Onderaan de berg stond een man die stokken verhuurde. Die stokken moesten het makkelijker voor je maken om boven te komen. De prijs per stok was twee euro, maar als je hem naderhand weer inleverde kreeg je één euro retour. Je mocht de stok ook houden maar ja, wat moet je met een bezemsteel met een touwtje er aan? We huurden beiden een stok en toen: klimmen maar!
Het viel tegen. Het pad was niet alleen best wel steil, het was ook heel rotsachtig. Doordat het regende waren de stenen ook nog eens glad en ik ben een keer behoorlijk onderuit gegaan. Om een lang verhaal kort te maken: we zijn tot ongeveer tweederde omhoog geklommen en hebben toen besloten om het advies op het bord op te volgen en niet verder te gaan. Het was koud, nat en er stond een keiharde wind. We hebben afgesproken om het ooit een keer opnieuw te gaan proberen, want het uitzicht was geweldig. Maar dan moet het wel beter weer zijn! Grappig om te zien was dat sommigen de klim naar boven daadwerkelijk op hun blote voeten maakten, zoals ook Saint Patrick dit ooit zou hebben gedaan.
Het was ongeveer 16.00 uur toen we weer beneden aankwamen. Het was (min of meer) droog geworden en onderaan de berg hebben we het stokbrood zitten opeten met de laatste fenegriekkaas.
Log an Aifreann, onze B&B in Murrisk, hadden we snel gevonden (op de voorgrond: 'onze' auto). We werden ontvangen door de man des huizes. Direct nadat hij de voordeur had geopend en wij onszelf hadden voorgesteld vroeg hij wat we morgenochtend voor ontbijt wilden. Daarna bracht hij ons naar onze kamer (met ligbad en tv!). In de kamer stonden een 1- en een 2-persoonsbed en ik mocht van Líon in het 2-persoonsbed. Het is echt jaren geleden dat ik in een 2-persoonsbed heb geslapen; jeetje mina: wat een ruimte!
Evenals in de meeste B&B's in Ierland hangt het ook hier vol met religieuze prenten.
Het regende intussen pijpenstelen dus besloten we maar naar de pub te gaan (tsja, je moet toch wat?). De pub (The Tavern) was werkelijk afgeladen. Niet duidelijk was of dat door de bank holiday kwam, de regen, omdat het zondag was, de nabijheid van de Croagh Patrick of gewoon omdat Ieren nou eenmaal altijd in de pub rondhangen. Na de gebruikelijke Guinness (voor mij dan, Líon geeft de voorkeur aan cider, ook lekker natuurlijk) hebben we maar meteen een hapje gegeten.
We kozen beiden voor lasagne. Grappig is dat je in Ierland bij je lasagne altijd ook nog een kruiwagen vol patat krijgt.
Het regende nog steeds behoorlijk, dus zijn we lekker in de pub blijven hangen. De 'fout' die we hebben gemaakt is dat we ook nog een toetje hebben genomen en dat maakte dat we allebei wel heel erg vol zaten.
Na nog een biertje of wat zijn we teruggegaan naar de B&B, waar we op bed hebben zitten uitbuiken.
Onderweg zijn we even gestopt in Leenaun (of Leenane) (an Líonán) om foto's te maken en even rond te kijken in een winkeltje waar Líon iets leuks heeft gekocht voor haar kleine nichtje Romy.
De Croagh Patrick vonden we zonder al te veel moeite. Het parkeerterrein was helemaal vol: de Ieren gebruikten het lange vakantieweekend om zelf ook even die berg op te hollen. Gelukkig konden we de auto nog kwijt op de openbare weg.
Bij de ingang stond een man die geld ophaalde voor het mountain rescue team. Uiteraard hebben we geld gedoneerd, stel je voor dat we ze straks nodig hebben!
We keken allebei een beetje argwanend naar de Croagh Patrick: die berg was wel erg hoog zeg (724 m!). Volgens de legende heeft Saint Patrick (de beschermheilige van Ierland) ooit 40 dagen vastend en biddend op de berg doorgebracht. Ook wordt er gezegd dat hij de slangen uit Ierland heeft verdreven door ze vanaf de berg de zee in te jagen. Daarom zijn er in Ierland geen slangen (meer). Waarschijnlijker is het dat er nooit slangen in Ierland zijn geweest. Wel is Saint Patrick degene die het Christendom naar Ierland bracht. Hij gebruikte de shamrock (klaver) als symbool van de Heilige Drie-eenheid. Iedere laatste zondag van juli (Reek Sunday) vindt hier een pelgrimstocht plaats waarbij zo'n 25.000 pelgrims de tocht naar boven maken, velen blootvoets. Líon en ik waren dus precies een week te laat, we hadden deze 25.000 pelgrims graag willen vergezellen!
Onderaan de berg stond een man die stokken verhuurde. Die stokken moesten het makkelijker voor je maken om boven te komen. De prijs per stok was twee euro, maar als je hem naderhand weer inleverde kreeg je één euro retour. Je mocht de stok ook houden maar ja, wat moet je met een bezemsteel met een touwtje er aan? We huurden beiden een stok en toen: klimmen maar!
Het viel tegen. Het pad was niet alleen best wel steil, het was ook heel rotsachtig. Doordat het regende waren de stenen ook nog eens glad en ik ben een keer behoorlijk onderuit gegaan. Om een lang verhaal kort te maken: we zijn tot ongeveer tweederde omhoog geklommen en hebben toen besloten om het advies op het bord op te volgen en niet verder te gaan. Het was koud, nat en er stond een keiharde wind. We hebben afgesproken om het ooit een keer opnieuw te gaan proberen, want het uitzicht was geweldig. Maar dan moet het wel beter weer zijn! Grappig om te zien was dat sommigen de klim naar boven daadwerkelijk op hun blote voeten maakten, zoals ook Saint Patrick dit ooit zou hebben gedaan.
Het was ongeveer 16.00 uur toen we weer beneden aankwamen. Het was (min of meer) droog geworden en onderaan de berg hebben we het stokbrood zitten opeten met de laatste fenegriekkaas.
Log an Aifreann, onze B&B in Murrisk, hadden we snel gevonden (op de voorgrond: 'onze' auto). We werden ontvangen door de man des huizes. Direct nadat hij de voordeur had geopend en wij onszelf hadden voorgesteld vroeg hij wat we morgenochtend voor ontbijt wilden. Daarna bracht hij ons naar onze kamer (met ligbad en tv!). In de kamer stonden een 1- en een 2-persoonsbed en ik mocht van Líon in het 2-persoonsbed. Het is echt jaren geleden dat ik in een 2-persoonsbed heb geslapen; jeetje mina: wat een ruimte!
Evenals in de meeste B&B's in Ierland hangt het ook hier vol met religieuze prenten.
Het regende intussen pijpenstelen dus besloten we maar naar de pub te gaan (tsja, je moet toch wat?). De pub (The Tavern) was werkelijk afgeladen. Niet duidelijk was of dat door de bank holiday kwam, de regen, omdat het zondag was, de nabijheid van de Croagh Patrick of gewoon omdat Ieren nou eenmaal altijd in de pub rondhangen. Na de gebruikelijke Guinness (voor mij dan, Líon geeft de voorkeur aan cider, ook lekker natuurlijk) hebben we maar meteen een hapje gegeten.
We kozen beiden voor lasagne. Grappig is dat je in Ierland bij je lasagne altijd ook nog een kruiwagen vol patat krijgt.
Het regende nog steeds behoorlijk, dus zijn we lekker in de pub blijven hangen. De 'fout' die we hebben gemaakt is dat we ook nog een toetje hebben genomen en dat maakte dat we allebei wel heel erg vol zaten.
Na nog een biertje of wat zijn we teruggegaan naar de B&B, waar we op bed hebben zitten uitbuiken.
Abonneren op:
Posts (Atom)