Aantal pageviews

Zaterdag 1 augustus: Connemara!

Om acht uur opgestaan. Tijdens de nacht had het behoorlijk geregend en het miezerde nu een beetje. De temperatuur bleef steken rond de 15 graden. En dat terwijl het in Nederland 25 graden is!
Om half negen zaten we (als eersten) in de eetkamer. Alles ziet er hier ongelofelijk glimmend uit. De vloeren glanzen hier zo verschrikkelijk dat je bang bent om er een stap op te zetten.
We werden beiden overvallen door de vraag of we een 'Irish breakfast' wilden of een 'continental breakfast'. De gedachte aan bonen die rondzwommen in het vet van bloedworst en saucijsjes schrok ons af, dus we kozen snel voor het 'continental breakfast'. Dat bestond uit twee soorten kaas, kaasspread en verschillende soorten brood. En dat terwijl we onszelf scrambled eggs hadden beloofd... :(~ We besloten om dat morgenochtend maar in te halen.
Na het ontbijt zijn we naar de supermarkt gelopen en hebben we een bruin stokbrood gehaald, kaasspread en melk voor vandaag. Toen we terug wilden lopen begon het enorm te plenzen. Zo erg dat we een tijdje hebben staan schuilen om niet kletsnat te worden...
En toen: op naar Connemara National Park (Páirc Naisiúnta Chonamara). Líon had gisteren de hele dag gereden dus nu was het mijn beurt weer. De auto rijdt echt heerlijk en hij gaat zeker mijn keuze beïnvloeden wanneer ik straks in oktober een andere auto ga kopen!
Zoals gewoonlijk was ik weer eens geheel onvoorbereid op weg gegaan. Niet alleen waren we de wegenkaart vergeten, we hadden zelfs niet gekeken hoe we moesten rijden. (Iedereen die mij kent knikt nu vol herkenning...). We hadden dan ook werkelijk geen idee welke kant we op moesten. Ik herinnerde me dat Annemiek gisteren had verteld dat zij en haar vriendin de 'Fáinne Conamara' (Connemara Loop) hadden gereden. Dit is een grote cirkel dwars door het prachtige landschap van Connemara. Toen we een wegwijzer zagen met de vermelding 'Fáinne Conamara' hebben we die dan ook gekozen. Het landschap is werkelijk adembenemend en we zijn een aantal keren gestopt om foto's te nemen. In 1981 had de Franse zanger Michel Sardou een hit met "Les lacs du Connemara". De bijbehorende videoclip liet het Connemaralandschap zien en ik was op slag verliefd. Alleen... ik dacht toen dat Connemara in Frankrijk lag. Dat kwam natuurlijk enerzijds doordat het een Franstalig liedje was, maar mede ook door de manier waarop Michel Sardou het woord uitsprak: ConnemarAAAAAAA. Ik nam me toen al voor het ooit te gaan bezoeken. Pas een aantal jaren geleden hoorde ik dat Connemara in Ierland ligt! http://www.youtube.com/watch?v=l11GyqVu_-o (Klik op de link om het filmpje van destijds te zien.)
Na een tijdje kwamen we aan bij Connemara National Park, volgens velen het mooiste natuurpark van Europa. Pas in 1980 is een gedeelte van het park opengesteld voor het publiek. Het gedeelte dat toegankelijk is voor het publiek is relatief klein, en dat viel me erg tegen. Er is een aantal wandelroutes die allemaal in elkaar overlopen, waardoor je ze naar wens kunt verlengen of verkorten. Gelukkig was het intussen droog geworden, maar er stond een keiharde, steenkoude wind. We besloten om de Diamond Hill te beklimmen, een 'berg' van 442 meter hoog. We zijn tot ongeveer halverwege gekomen. Het pad daar werd erg steil en door de keiharde wind vonden we het beiden niet erg verantwoord om nog hoger te gaan. Later baalden we er een beetje van dat we de top niet hebben gehaald. Alweer een reden om nog een keertje terug te gaan! Eenmaal beneden hebben we op het besloten terras van het informatiecentrum lekker in de zon het stokbrood met kaas en kaasspread zitten opeten. Daar werd ik er weer pijnlijk aan herinnerd dat ik geen zakmes bij me had, omdat dat in mijn handbagage was blijven zitten en op Schiphol in beslag werd genomen. Mijn mooie, multifunctionele Zwitserse zakmes zit nu in de broekzak van een douanebeambte... Ja, ik weet het: dom... Maar echt: er komt een dag dat ik eerst zal nadenken alvorens iets te doen ;-)
Tegen zes uur zijn we teruggegaan. Onderweg gestopt in Recess (Sraith Salach, dat zoveel betekent als 'vies stuk grond') omdat we de 'Connemara Giant' zagen: een standbeeld van een reus. Ook daar weer even gestopt en foto's gemaakt.
Toen we 's avonds terug waren in Oughterard hadden we beiden nog wel trek in iets te eten, maar niet een hele maaltijd. We besloten de afhaal-Chinees te proberen (ja echt, die hebben ze daar!). We kozen voor de crispy chicken spring rolls, in de veronderstelling dat we een loempia zouden krijgen. We kregen echter per persoon twee piepkleine gefrituurde rolletjes, waar amper vulling in zat. Niet echt lekker. Reden dus om maar weer de pub (The Boat Inn) in te duiken! Nou ja, elke reden is natuurlijk goed genoeg om nog even de pub in te duiken...
Uiteindelijk om een uur of elf naar bed gegaan omdat we allebei best moe waren. Gelukkig was het vandaag wel droog gebleven maar door de keiharde wind voelde de 15 graden nóg kouder aan.
Morgen gaan we even die Croagh Patrick op- en afhollen!

vrijdag 31 juli: Galway (Gaillimh) en Oughterard (Uachtar Ard)

Opnieuw een onrustige nacht. Dit keer niet vanwege slecht weer, maar omdat we een buurman hebben die zó hard snurkt dat bij ons de muren trillen. Je zult er naast slapen! Ook heb ik letterlijk wakker gelegen van de schade aan de huurauto. Schade die wij niet hebben veroorzaakt maar die ons wel ons eigen risico gaat kosten, ben ik bang.
Direct na het ontbijt zijn we eerst nog even wat boodschappen gaan doen in Lisdoonvarna en daarna richting Galway gereden, een afstand van totaal 75 kilometer.
Het was bizar druk. De Ieren hebben uitgerekend dit weekend een bank holiday en iedereen is massaal onderweg naar zijn vakantiebestemming. Rond Galway werd het Summer Festival 2009 gevierd, met vooral veel paardenraces. De wegen naar en rondom Galway zaten helemaal vol, waardoor we heel lang in de file hebben gestaan. En dat terwijl alle Ieren die ik persoonlijk ken altijd beweren dat er in Ierland geen files zijn, hooguit een enkele tijdens de spits rond Dublin. De druilerige regen maakte het 'drama' compleet.
Onderweg passeerden we (natuurlijk) een leuk kasteel en we besloten meteen maar even te gaan kijken. Het ging hier om Dunguaire Castle in Kinvara. Op de bovenste verdieping van het kasteel kon je naar buiten en via een hele smalle doorgang kon je een rondje lopen buiten het kasteel. Met mijn hoogtevrees leek me dat niet zo'n goed idee, maar Líon durfde het wel. Zij heeft dus leuke foto's kunnen maken.
Pas om een uur of twee kwamen we in Galway aan. Daar hadden we afgesproken met Annemiek (onze Ierse leraar) en haar vriendin, die op doorreis waren naar Dublin. Líon en ik hadden eerst een beetje willen gaan shoppen, maar doordat het aardig doorregende hebben we daar maar van afgezien en zijn we een pub ingedoken. Een pub waar zich alle mannen van Galway hadden verzameld, zo leek het. Iedereen was in een uitgelaten (lees: halfdronken) stemming vanwege de paardenraces. Grappig was dat Líon en ik de enige vrouwen waren en toen ik aan de bar onze drankjes ging bestellen werd ik meteen versierd door twee dronken Ieren die spontaan aanboden iets leuks (?) met ons te gaan doen :)~
Een klein halfuurtje later kwamen Annemiek en haar vriendin binnen en hebben we lekker even zitten kletsen. Het was toch wel speciaal om elkaar nu in Ierland te treffen.
Na een uur hebben we afscheid van elkaar genomen en omdat het nog steeds regende besloten Líon en ik om het shoppen in Galway maar helemaal over te slaan en meteen door te rijden naar Oughterard. Onderweg naar de auto kochten we een pizza (die vers voor ons werd bereid met de ingrediënten die we zelf hadden gekozen en dat voor maar 5 euro) die we lekker in de auto hebben zitten opeten. De pizza was echt lekker!
Terug de weg op richting Oughterard (28 kilometer). Meteen belandden we weer in de file en het duurde lang voordat we Oughterard bereikten. De B&B (Crossriver) was niet makkelijk te vinden maar nadat we een 'local' om hulp hadden gevraagd loste dit probleem zich snel op. In tegenstelling tot het huisje dat we twee jaar geleden huurden in Oughterard lag onze B&B pal in het centrum van het stadje.
Door het fileleed kwamen we laat aan. We hebben onze koffers naar de kamer gezeuld en zijn daarna wat boodschappen gaan doen in de supermarkt. Ook hebben we een paar aardige dingetjes gekocht bij de plaatselijke souveniersshop.

Bij Lough Corrib (Loch Coirib) hebben we vervolgens op een steiger broodjes met kaas gegeten en vruchtenyoghurt, terwijl Líon luisterde naar haar favoriete muziek van Clannad. Het is altijd een wens van haar geweest om deze muziek te beluisteren in het land van oorsprong. Een droom verwezenlijkt dus! En... wat is er lekkerder om de avond af te sluiten dan een pint Guinness? Dus zijn we teruggelopen naar Oughterard en hebben we in The Boat Inn, een van de vele pubs, nog lekker even zitten kletsen. Tegen twaalven zijn we gaan slapen.

donderdag 30 juli 2009: The Cliffs en the Burren (en nog veel meer)

Na een bijzonder onstuimige nacht (het regende pijpenstelen en het waaide enorm) zijn we om acht uur opgestaan. We hadden allebei erg onrustig geslapen omdat de deur rammelde en we eigenlijk niet zeker wisten of er nou iemand aan de deur stond te rukken of dat het door de wind kwam. We hadden ons ontbijt pas om negen uur besteld, dus dat gaf ons nog een half uurtje om buiten even wat foto's te maken van de omgeving (op de foto zie je in de verte de Atlantische Oceaan).
Adrian kwam de bestelling opnemen voor het ontbijt, terwijl Bev in de keuken stond en alles klaarmaakte. We kozen beiden voor de scrambled eggs met toast. Ook was er keuze uit verschillende soorten cornflakes, muesli, pruimen en yoghurt.
Bij het ontbijt ontdekten we dat Adrian een (plaatselijke) bekendheid moet zijn, gezien het feit dat er een CD met zijn beeltenis op de cover bij de muziekinstallatie lag. Toen ik hem ernaar vroeg bevestigde hij dat hij Peadar Reilly heel goed kent. Peadar heb ik in 2006 ontmoet in Amsterdam, toen hij daar optrad met de in Doolin wereldberoemde formatie Caher.
Om half tien zijn we naar de Cliffs of Moher (Aillte an Mhothair) gereden. De kliffen bestaan uit kalkzandsteen en strekken zich uit over een lengte van acht kilometer, tussen de dorpen Doolin en Liscannor.

De kliffen rijzen 120 meter op uit de Atlantische Oceaan (an tAigéan Atlantach) bij Hag's Head (Ceann na Cailleach). Het hoogste punt ligt op 230 meter. Halverwege ligt O'Brien's Tower, een ronde stenen uitkijktoren, die in 1835 werd gebouwd.

Het was helder en zonnig weer en daardoor waren de Araneilanden (Oileáin Árann) goed te zien. De kliffen zijn een goed voorbeeld van erosie door de zee: je kunt de duizenden jaren oude sedimentaire lagen gemakkelijk herkennen. Erg indrukwekkend en imposant.

Vervolgens zijn we langs de kustweg richting Ballyvaghan (Baile Uí Bheachain) gereden. Onderweg zijn we gestopt om het prachtige landschap van the Burren (Boireann) te bewonderen.
The Burren is een uniek landschap van kalksteen dat zo'n 300 km² beslaat. Het is bezaaid met megalieten: grote stenen gedenktekens uit de oudheid. De vorming van dit landschap begon ongeveer 300 miljoen jaar geleden, toen het huidige Ierland een ondiepe zee in een tropisch klimaat was. In deze zee leefden kleine diertjes die kalk-skeletjes bevatten. Wanneer deze diertjes stierven vielen ze op de zeebodem, waarna de kalk-skeletjes tijdens een miljoenen jaren durend chemisch proces aan elkaar vastgekit werden.
Zo ontstond een meters dik pakket kalksteen. Dit kalksteenpakket kwam na verloop van tijd boven zeeniveau te liggen en vormde een plateau: The Burren. Opvallend genoeg is het rotsige landschap zeer vruchtbaar en komen er veel planten uit verschillende biotopen voor. Ook leven er veel verschillende dieren.
In de Burren leven al zo’n 5000 jaar mensen. In de bronstijd was het bouwen van rustplaatsen voor de doden zeer belangrijk en dat is te zien aan de overblijfselen, die soms dateren uit 600 voor Christus. Veel dolmens en dúns zijn bewaard gebleven, net als een aantal forten.
Tijdens het ontbijt die ochtend hadden we afgesproken om de rondwandeling met gids te gaan maken door de Burren. Die wandeling zou om 14.30 uur starten en al snel bleek dat we dat niet meer konden halen. Jammer genoeg zitten er maar 24 uren in een dag. We zullen dus nog eens terug moeten naar dit indrukwekkende landschap. Ook het bezichtigen van de Aillwee Caves (een eeuwenoud grottenstelsel onder the Burren) hebben we moeten skippen, puur uit tijdgebrek.
In Ballyvaghan zijn we uiteindelijk gestopt om te gaan lunchen. Lekker op een bankje in de zon gezeten met uitzicht op Galway Bay (Cuan na Gaillimhe) crackers met fenegriekkaas (met dank aan Elsabé, mijn buurvrouw) zitten eten.
Vervolgens zijn we naar de Poulnabrone Dolmen gereden. Dit grafmonument uit het Neoliticum is in de jaren tachtig van de twintigste eeuw afgegraven en daarbij is aangetoond dat het monument diende als graf voor tenminste 33 personen. Omdat ik erg geïnteresseerd ben in de Keltische cultuur vond ik dit grafmonument geweldig om te zien.
Voordat we aan onze vakantie begonnen had Líon al de watervallen van Ennistymon (Inis Díomáin) gevonden op Google. We besloten door te rijden naar Ennistymon en de watervallen te gaan bezichtigen. Bev had ons die ochtend voorzichtig gewaarschuwd dat deze wel eens konden tegenvallen: als het een tijd niet had geregend dan was er niet veel te zien volgens haar.
We zaten nog maar net in de auto toen we borden zagen richting een 'Caherconnel'. Dat is een fort dat bestaat uit een ronde stenen muur. Binnen de ring woonden één of meerdere families met hun dieren. De stenen muur was bedoeld om de vijanden buiten te houden. Buiten de muur waren de verblijven voor het personeel. Het fort is ca. 1500 jaar geleden gebouwd. In 2008 is er nog een bijzonder goed geconserveerde ruimte uitgegraven, waarin het skelet van een 15- à 25-jarige vrouw werd gevonden.
Opnieuw op weg naar Ennistymon. Na een paar kilometer zagen we de restanten van een het kerkje Teampall an Chairn met een kerkhof vol keltische kruizen. Weer stoppen dus om rond te kijken en foto's te maken. In Ierland kun je elke vijf kilometer wel stoppen omdat er iets moois te zien valt. Uiteindelijk lukte het ons om Ennistymon te bereiken. De watervallen waren snel gevonden en we hadden geluk. De enorme regenval van afgelopen nacht zorgde voor een geweldig spektakel.
Bij de plaatselijke take-away haalden we hamburgers en patat, die we bij het denderend geraas van het neerstortende water hebben zitten opeten.
Uiteindelijk zijn we teruggereden naar Doolin, waar we opnieuw in McDermott's Pub zijn beland. Morgenochtend zullen we naar Galway (Gaillimh) rijden en vandaar naar Oughterard (Uachtar Ard), de tweede bestemming van onze vakantie.

woensdag 29 juli 2009: van oost naar west

De klok op onze Hyvespagina's tikte tergend langzaam de dagen, uren en minuten weg, maar eindelijk was het dan zo ver!
We vertrokken om kwart over tien 's morgens vanaf Schiphol en om ongeveer half elf (dankzij het uur tijdverschil) landden we op Dublin Airport. Op de luchthaven van Dublin (Baile Átha Cliath) konden we onze huurauto ophalen, een leuke kleine Opel Corsa.

Líon bood spontaan aan om het eerste gedeelte te rijden. Zij had al eerder links gereden in Engeland, maar in een Nederlandse auto. Mede dankzij Líons navigatiesysteem konden we vrij snel de weg richting het westen vinden. Van Dublin tot ongeveer het midden van het land is er tegenwoordig een behoorlijk moderne (tol)weg waar je 120 mag rijden. Dat schoot dus al lekker op. Links rijden valt best mee, soms is het lastig om de afstand naar de linkerberm te schatten. We hadden afgesproken om een tussenstop te maken in Athlone (Baile Áth Luain), omdat dat ongeveer op het geografisch middelpunt ligt van Ierland, dus ongeveer op de helft tussen Dublin en onze eindbestemming voor die dag: Doolin (Dúlainn).
De rivier de Shannon (Abha na Sionainne) loopt dwars door Athlone en het leek ons leuk om te gaan lunchen bij Lough Ree (Loch Ríbh), een van de grootste meren van de Shannonrivier. Na enig zoeken vonden we het meer waar we lekker even hebben kunnen uitrusten, genietend van het prachtige uitzicht over het meer.
Het tweede gedeelte, van Athlone naar Doolin (opnieuw zo'n 125 kilometer), heb ik zelf gereden. Dit laatste stuk ging weer over de 'oude' weg, waardoor we er een stuk langer over deden dan over het eerste gedeelte. Onderweg hebben we een keer een tussenstop gemaakt op een berg om wat mooie foto's te schieten van fraaie vergezichten. Ierland is zooooo mooi!
Na tien foto's te hebben gemaakt gaf mijn camera aan dat de batterijen leeg waren. Dat was onmogelijk, aangezien ik de batterijen er de avond ervoor had ingedaan. Even was ik bang dat de geschiedenis zich zou herhalen. Toen ik verleden jaar op Schiphol stond had ik het vermoeden dat mijn camera kapot was. Maar ik was toen met iemand die erg nerveus wordt onder tijdsdruk en daardoor gunde ik mezelf niet de tijd om mijn camera te laten controleren. Te meer toen nieuwe batterijen de oplossing leken. Maar aan het einde van de vakantie bleek dat de camera inderdaad kapot was en dat geen van de foto's was gelukt. Maar nu had ik een nieuwe camera gekocht. Gelukkig bleek het probleem te zitten in de batterijen, die niet geschikt bleken voor een digitale camera. Nooit geweten dat je daar verschil in hebt... Nieuwe batterijen losten het probleem gelukkig onmiddellijk op!
Het navigatiesysteem kende niet het plaatsje Doolin, maar wel Lisdoonvarna (Lios Dúin Bhearna) dat een paar kilometer van Doolin af ligt. Lisdoonvarna zelf heeft maar zo'n 825 inwoners, maar elke jaar in september wordt er een enorm vrijgezellenfeest georganiseerd waar jaarlijks ca. 40.000 alleenstaanden van over de hele wereld op af komen in de hoop een leuke partner te vinden. Na Lisdoonvarna hadden we Doolin vrij snel gevonden.
Doolin staat bekend om zijn traditionele Ierse muziek en de prachtige omgeving: vlakbij de Cliffs of Moher en the Burren.
Ook Craggy Island, onze eerste B&B, was snel gevonden. Deze ligt een aardig eindje buiten Doolin, in the middle of nowhere. Juist toen ik de auto parkeerde begon het enorm te stortregenen. We hebben een minuut of vijf in de auto zitten wachten tot het ergste voorbij was. Vanuit onze kamer hebben we uitzicht op zee! Onze gastheer en -vrouw zijn Adrian en Bev O'Connor. Terwijl wij onze koffers naar boven zeulden maakte Bev thee voor ons. Onder het genot van een kopje (erg sterke) Ierse thee vertelde ze ons over de plaatselijke bezienswaardigheden. Adrian liep rond met grote stapels schone handdoeken en later zagen we hem bezig om de tafels te dekken voor het ontbijt de volgende ochtend. Beiden deden hun uiterste best om het ons naar de zin te maken.

Na de thee zijn we teruggereden naar Lisdoonvarna en hebben we eerst wat boodschappen gedaan bij de plaatselijke Spar. Het was intussen weer prachtig weer geworden!
Toen we terugkwamen met onze boodschappen viel het me ineens op dat de auto waarin we reden een behoorlijke schade had aan de voorkant. Líon en ik waren ervan overtuigd dat wij dat niet hadden gedaan, maar ik baalde als een stekker. We hadden 200 euro eigen risico, en ik vond het heel erg zonde van het geld. Per slot van rekening konden we niet bewijzen dat wij het niet hadden gedaan, aangezien de man van het verhuurbedrijf niet met ons om de auto heen was gelopen. Balen!!
Daarna zijn we teruggereden naar Doolin om iets te gaan eten en..... (eindelijk) een pint Guinness te gaan drinken. Na een hele dag in de auto was ik daar wel aan toe. We kozen hiervoor McDermott's Pub (Mac Diarmada) uit.
We rammelden van de honger na een hele dag in de auto en we kozen beiden voor kip met kerriesaus en rijst. Het eten was erg lekker, maar Líon kon de Guinness niet heel erg waarderen. Ik heb me maar opgeofferd en haar glas ook leeggedronken. Tsja, iemand moet het doen, het is per slot van rekening ook zonde om het weg te gooien... We hebben lang zitten kletsen over de belangrijke dingen in het leven, zoals mannen en seks :)~ Tegen tienen zijn we teruggereden naar onze B&B omdat we allebei erg moe waren. Per slot van rekening waren we die ochtend al om half vijf opgestaan.